dinsdag 26 maart 2019

Ook mooi in de winter!

Dijon
Dijon is een bekende naam dankzij zijn mosterd en als je op de weg bent naar het zuiden is de kans groot dat je er passeert, maar de meeste mensen stoppen er niet. Het stadje heeft nochtans zeker zijn charme en was voor ons een ideale tussenstop aangezien het 550 km van onze startplaats lag.
Het toeristenbureau was helaas dicht maar als je de route van de 'uil' volgt kom je vanzelf langs de belangrijkste bezienswaardigheden.





 



Reauville
Begin januari was het ook in Frankrijk nog erg koud zodat we niet aarzelden om nog 400 km zuidelijker te trekken. We logeerden in Reauville, een klein dorpje in de Drôme streek, in een typisch provencaals huis tussen de olijfbomen en lavendelvelden. 



We vonden het een prachtige streek met heel veel mooie dorpjes in de buurt, waaronder Gringnan, Chamaret en Nyons.



















Avignon
Ondanks de ijskoude mistralwind die maar bleef waaien besloten we toch in de buurt te blijven, namelijk in Avignon in de Vaucluse. Dit stadje is dan alweer bekend om het liedje 'sur le pont d'Avignon'. De brug is op zich niet indrukwekkend, het stadje is wel erg leuk. Vooral de streetart trok onze aandacht. Hier geen grote, felgekleurde graffiti, maar subtiele schilderingen in bijvoorbeeld dichtgemetselde ramen. 



 



 




Het pauselijk paleis mag ook zeker niet ontbreken op je to do-lijst als je er in de buurt bent.





En als je een heel goed fietsslot hebt kan het wel eens zijn dat je je fiets zo terugvindt...


Van hieruit kan je heel wat leuke daguitstapjes maken. Op zaterdagmorgen is er in Uzes een mooie markt en het dorpje zelf is ook erg gezellig.











 

Uzes kan je makkelijk combineren met de Pont du Gard, nog zo'n befaamde brug. De Pont du Gard is een in de eerste eeuw na Christus door de Romeinen gebouwde aquaduct/brug. Het bouwwerk is 49 meter hoog en daarmee de hoogste antieke brug ter wereld. De brug bestaat uit 3 op elkaar geplaatste bogenrijen (6 bogen in de onderste laag, 11 in de tweede laag en 47 in de bovenste laag). Deze opbouw was ook in de oudheid zeer zeldzaam. Het gigantische bouwwerk werd door ongeveer duizend man voltooid in slechts 5 jaar! Het aquaduct voorzag de stad Nîmes 5 eeuwen lang van grote hoeveelheden water dat onder druk werd toegevoerd.





Dan zijn we nog een dag de andere kant opgereden waar ook weer heel wat leuke dorpjes liggen. 


Roussillon behoort tot de mooiste dorpen van Frankrijk. Het plaatsje staat bekend om haar oker (groeven). Je kan hier ook leuke wanderingen maken. De huisjes zijn zo goed als allemaal in okertint.
  




 
 

In Rustrel kan je ook mooie wandelingen maken tussen de okerrotsen.




We eindigden onze dagtrip langs de dorpjes Bonnieux, Lacoste en Ménerbes.




Arles
Op onze weg naar Nîmes zijn we in Arles gestopt. Het café van Van Gogh was nog in zijn winterslaap, maar er is ook heel wat meer te zien.




 







Nîmes
Deze stad heeft ons aangenaam verrast en is een leuke mix tussen oud en nieuw. Het mooie, oude amphiteatre staat namelijk vlakbij een nieuw, modern museum, net zoals de Temple de Diane. 









 
 


Op onze terugweg (zie blog van Spanje en Marokko) zijn we eerst nog enkele dagen gestopt in een klein dorpje zo'n 50 km onder Bordeaux. We logeerden er in de oude bijhuizen van een kasteeltje. We hadden er een leuk appartementje en hebben er eigenlijk niet veel bezocht. 


Orléans
Dit is de omgeving van de Loire en de streek is bezaaid met heel veel kastelen. Kasteel Chambord telt 440 kamers en is daarmee het grootste en ook een van de meest betoverende van de Loirekastelen. In 1519 liet Frans I dit pronkstuk bouwen als uitvalsbasis voor zijn jachten waarvoor geen kosten zijn gespaard. Zelfs als de schatkist leeg was bleef de koning verder bouwen. Hij zou er echter maar 50 dagen verbleven hebben... En wij maar klagen over prins Laurent! 😆



 
 


 





Orléans zelf is ook best het bezoeken waard. Jeanne D'Arc heeft hier in het verleden een grote rol gespeeld en haar vind je dan ook vaak in het straatbeeld terug.









Frankrijk is ons erg goed meegevallen. Er is veel te zien en in de winter zijn er niet veel toeristen, wat zeker zijn voordelen heeft. Voor warmer weer moet je in de winter toch wel de Pyreneeën over.